Ontginnen van land!

Terwijl zij het nieuwe land in gingen, wilden zij bouwen aan de toekomst.
Zij wilden huizen bouwen om hun geloof te vestigen.
Zij wilden zaden planten om vrucht voort te brengen.
Zij wilden wegen bouwen om te wandelen in hun bestemming.
Zij wilden een toekomst bouwen voor allen die na hen zouden komen.
Maar wat zij zagen was een dorre vlakte. In mensenogen een onmogelijke taak.

Was dit de plek waar zij zo lang naar verlangden? Was dit het beloofde land waar zij naar uit hadden gekeken? Het nieuwe land dat zij voor ogen hadden gehad tijdens iedere strijd?

Sommigen wilden in hun huifkarren blijven, anderen kozen ervoor verder te trekken en weer anderen gingen uitrusten van de reis die zij achter de rug hadden. Hun huifkarren waren het bewijs van de weg die zij hadden gereden.  Gehavend, kapot, stoffig met hier en daar een reparatie.

Maar zij met geloof rolden de mouwen op en begonnen aan het ontginnen van het land!

Dikke wortels, diep geankerd in de oude grond leken  te zeggen: “Wij waren hier eerst, wij gaan niet weg!” Maar met geloof en saamhorigheid werden ze één voor één verwijderd.

Rotsen zo zwaar dat het onmogelijk was om ze te verplaatsen. Rotsen die in de weg lagen voor het pad dat zij hadden gepland. Maar zij gaven niet op en kwamen los van eigen plannen. Zij gebruikten de rotsen om op te bouwen. Want zij wisten zeker: als wij bouwen op de rots zal niets ons omver halen!

Bij iedere tegenslag pakten zij terug op de tijd die achter hen lag. Een tijd van groei, een tijd van samen optrekken, een tijd van vorming en bouwen aan relatie. Een tijd die zij nodig hadden om te komen tot waar zij nu waren.

Wetende dat het beste nog in het verschiet lag ontginnen zij het land.
Niets zou hun stoppen van het beeld dat zij hadden ontvangen!