Ik ben, als ik ben in U
Leven, er zijn.
Waarvoor, hoe en waardoor..
Wie ben ik en waarvoor ben ik?
Ben ik nog steeds dezelfde, als alles om mij heen verandert?
Wat bepaald wat ik ben, en hoe alles wordt beoordeeld?

Al een tijd ben ik op zoek naar deze vragen. En wanneer ze door mijn omgeving worden bevestigd, veranderen ze weer. Ik merk dat dit zo onzeker is, dat ik me afsluit voor mijn omgeving.
Mijn eigen waarheid die bestaat.
Steeds meer kom ik erachter dat wie ook bij me staat, dicht of ver weg, niemand mij echt kan verklaren. Ook ikzelf verander steeds weer.

Wanneer ben ik een persoon en wanneer tel ik mee?
Simpele regels, dingen die mensen graag zien. Ik kan ze zien over verschillende groepen.
Als ik zou willen, zou ik zo een persoon kunnen zijn.
Maar ben ik, dan nog ik?

Ik moet denken aan het Bijbelverhaal wat mij super erg raakt.
Jezus komt binnen op een ezel en iedereen legt zijn mantel voor hem neer legt en de mensen juichen met paastakken in hun hand.
Jezus die binnen rijdt op een ezel.. een ezel, niet iets wat je zou bedenken om goed in een groep te passen. Het raakt mij dat Jezus daar niet mee bezig is en dit niet laat meetellen in wie Hij is.
Dat wie Hij is vanzelf gaat stromen omdat Hij trouw is aan de roep van Zijn Vader. [Zach.9:9]

Ik moet denken aan de mantels die de mensen droegen, zijn voorbeeld volgend, dat de status van wat wij dragen voor Hem neer wordt gelegd zodat Hij binnen kan komen. Onthaald wordt voor wie Hij werkelijk is.
Zo ook zal dit gebeuren als wij – wat we dragen in Hem -, onze bekwaamheid en eer, als een mantel neerleggen voor onze Koning.
Ik vroeg mij af wat zalving was, en waarom – als we het zien of ervaren – we mensen een status geven? Ik werd er bang voor, vooral op de manier hoe wij het gebruiken. Wat is zalving Heer, en waarvoor is dit gegeven? Hoe komt het dat zij die delen, zoveel meer omarmen?
Maria die een jaarloon over Jezus uitgoot, geur en olie stroomde in de eenheid van het moment.
Dat juist dit zoveel vermenigvuldigde en na Zijn dood en opstanding velen in die zalving zouden lopen.

Olie die gaat stromen, wanneer ik mij buig en op mijn beurt -in de rij mensen- mijn mantel voor de voeten van Jezus neerleg.
Wat U mij geeft, een mantel, talenten, zijn niet bedoelt dat dit mij tot een persoon zou maken.
maar ik voel mij een persoon en voel Uw eenheid in mijn leven als ik neerleg wat ik draag voor U.
Dat Hij binnen kan komen, Heer mijn leven voor U.

Ik ga trouw zijn aan mijn bron, eer geven aan de kern waaruit leven stroomt. [Joh.7:38] En ik word, wie ik mag zijn.
“Niet mijn wil, maar Uw wil geschiedde” zodat niet ik, maar U gezien wordt in mij.
Zijn liefde in en door Mij. Ik ben, als ik ben in U.