Hou het vuur brandend

Hoe blijf je branden van vreugde, passie, vrijmoedigheid en beweeg je als vanzelf in liefde en in kracht? Dan moet je iets begrijpen van Goddelijk vuur.

We vieren Pinksteren vandaag! De dag dat God zichzelf uitstortte en onbeperkt beschikbaar stelde om te wonen in ons allemaal. Niet langer begrensde Gods directe aanwezigheid op aarde zich tot het lichaam van Jezus. Maar Zijn Heilige Geest wilde wonen in iedereen.

In de Bijbel zien we hoe de uitstorting van de Heilige Geest o.a. gepaard gaat met vuur.
“en er vertoonden zich aan hen tongen als van vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen’ Handelingen 2:3-4.

In het Oude Testament vinden we een soortgelijke gebeurtenis. In die gebeurtenis kunnen we een aantal geheimen vinden om het vuur van de Heilige Geest in ons leven brandend te houden. Leviticus 9:23-24 “de heerlijkheid des Heren verscheen aan het gehele volk. En er ging vuur uit van de Here en dit verteerde op het altaar het brandoffer en de vetstukken; toen het volk dat zag, juichten allen en wierpen zich op hun aangezicht.”

Met Pinksteren bracht God vuur op het altaar van onze levens. Het offer van Jezus was gebracht en maakte onze altaren geschikt om het vuur van God te ontvangen. Net als in het Oude Testament stak God het vuur op het altaar Zelf aan. En net als in het Oude Testament hebben wij als priesters van onze eigen altaren de volgende verantwoordelijkheden:

Geen vreemd vuur…
Geen vreemd vuur op het altaar. (Leviticus 10) De Heilige Geest heet niet voor niets Heilig. We proberen onszelf vaak te vullen met allerlei eigen alternatieven voor het grote verlangen. Het verlangen wat in ons is naar de kracht en aanwezigheid van God. Maar het is vreemd vuur. Religie, regeltjes, krachten en machten die niet uit God zijn, overmatig alcoholgebruik, stimulerende en verdovende middelen, porno, roddel en laster en ga maar door. Het is allemaal vreemd vuur en zal uiteindelijk niet Gods rust en vrede in je bewerken, maar je goddelijke vuur zal worden uitgeblust en steeds verder uitdoven

Houd het vuur brandend…
Houd het vuur altijd brandend, het mag nooit doven! God heeft het vuur laten ontbranden, maar het is onze verantwoordelijkheid om het brandend te houden en door te geven. “En het vuur op het altaar zal brandende gehouden worden, het mag niet uitgaan. Daarop zal de priester elke morgen hout aansteken, het brandoffer erop schikken en daarop de vetstukken van het vredeoffer in rook doen opgaan. Een vuur zal voortdurend brandende gehouden worden op het altaar, het mag niet uitgaan.” Leviticus 6:12-13

Wij mogen zorgen dat het vuur blijft branden. Dat we streven en jagen naar de volheid van de Heilige Geest in ons leven. Dat we onze eigen ik steeds meer afleggen op het altaar van ons leven. Als brandstof voor Zijn aanwezigheid. We moeten zorgen dat Zijn woord rijkelijk in ons woont. We moeten vreemd vuur doven, zodat het heilig vuur kan oplaaien. God wil ons daarin constant stimuleren.

In Handelingen 2 komt de Heilige Geest voor het eerst, maar een korte tijd later in Handelingen 4 laait het vuur alweer met kracht op als in een nieuwe uitstorting. Zo gaat het inmiddels de eeuwen door. Soms lijkt het alsof het vuur in de wereld bijna gedoofd was. Maar altijd waren er ergens mensen die trouw waren en het vuur brandend hielden. En nu, sinds de pinksterbeweging in 1906 met kracht doorbrak vanuit Asuza, leven we in een tijd dat overal op deze wereld het vuur oplaait. Eerst was er de reformatie, het offer van Jezus weer centraal en daarna kon het vuur weer gaan branden op de altaren van ons leven.

We leven in een wereld die brand. Maar jij brand ook. En in jou brand een vuur wat Heilig is en harten in vuur en vlam wilt zetten met Gods liefde. Besef de kostbaarheid van het vuur en zorg dat het een laaiend vuur wordt. Laat de passie van God door je heen branden en steek anderen daarmee aan.